Geldwolven kunnen beter aandelen dan kunst kopen. De waarde van schilderijen, tekeningen en prenten steeg tussen 1951 en 2007 met gemiddeld 4 procent per jaar, vele procenten minder dan de aandelenkoersen.
Investeringen in kunst leveren minder op dan vaak wordt aangenomen, concluderen de Tilburgse hoogleraar Corporate Finance Luc Renneboog en promovendus Christophe Spaenjers. Ze bestudeerden de verkoop van 1,1 miljoen kunstwerken van 10.000 kunstenaars. Hun belangrijkste conclusie zal door iedereen worden gedeeld: Kunst moet vooral worden gekocht om niet-financiële redenen.
Alleen tussen 1985 en 1990 en tussen 2002 en 2007 hebben speculanten goed verdiend aan kunst. De prijzen stegen in deze twee periodes met respectievelijk 23 en 11,6 procent per jaar. Vooral aan naoorloogse stromingen als abstract expressionisme en pop-art is in korte tijd veel geld verdiend.
Geldwolven opgelet! Bij de snelle waardestijging in deze periodes van hypes past een belangrijke bijsluiter: “In het verleden behaalde resultaten bieden geen enkele garantie voor de toekomst.”
Wie kunst vooral als handel ziet, haalt uit het onderzoek overigens wel enkele tips: olieverfschilderijen doen het beter dan tekeningen en prenten; en zelfportretten en stadsgezichten brengen het meeste op. De top-3 van duurste schilders zal niemand verbazen. Het zijn de impressionisten Van Gogh, Cézanne en Monet.
–
Bovenstaande videoclip is overigens gemaakt door de Amerikaanse straatkunstenaar Shepard Fairey. Je hoort het nummer Money van Sam Spiegel (AKA Squeak E Clean) in samenwerking met David Byrne van de Talking Heads en Chuck D. van Public Enemy.
Lees ook:‘Schilderij kan historische luchtverontreiniging aantonen’
Lees ook:Een ei van zes miljoen dollar
Lees ook:Kunst Pim Fortuyn onder de hamer
Lees ook:Oswald Wenckebach: de verhouding tussen beeldhouwkunst en houtsnede
Lees ook:Gauguin in Van Gogh Museum