Vooraankondiging: Exotische luxe in de Gouden Eeuw

Foto Erik Smits/Monique Bröring

Foto Erik Smits/Monique Bröring

De komst van Aziatische schatten uit China, Japan, India en Batavia bracht in de 17e-eeuw een enorme sensatie teweeg. Lakwerk, ivoor, zilver, zijde, ebbenhout, sieraden en heel veel porselein werden door de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) naar Amsterdam gebracht en verspreiden zich vervolgens over heel Europa. De tentoonstelling ‘Azië in Amsterdam Exotische luxe in de Gouden Eeuw’ in het Rijksmuseum toont de mooiste voorwerpen uit Azië. De voorwerpen verfraaiden de interieurs van de steeds rijker wordende Hollandse elite en veranderden de Europese smaak van Parijs tot aan Sint Petersburg voorgoed. ‘Azië in Amsterdam’ wordt georganiseerd in samenwerking met de Peabody Essex Museum in Salem, VS. Bruiklenen komen uit onder meer Moskou, Sint Petersburg, Versailles, Londen, Oxford, Madrid en Stockholm.

De Aziatische schatten, vervaardigd van bijzondere, kostbare materialen en versierd met intrigerende exotische motieven die niemand ooit eerder had gezien, veroorzaakten destijds meteen grote opwinding in Amsterdam. Zij kleurden en verrijkten de wereld van de Nederlanders, zij prikkelden de fantasie en de nieuwsgierigheid. Flinterdun wit porselein met blauwe motieven uit China, dozen van schitterend lakwerk en zijden stoffen uit Japan, sieraden met edelstenen uit India en Indonesië, zijden stoffen uit Japan, gesneden ivoren voorwerpen uit Ceylon (Sri Lanka), bizar gevormde schelpen, zwart ebbenhout, filigrain uit India….de Hollanders vergaapten zich aan al dat moois en namen het enthousiast op in hun tot dan toe veel ingetogener interieurs. Het bijzondere hieraan was bovendien dat niet alleen de allerrijksten zich deze voorwerpen konden veroorloven, ook een groot deel van de groeiende middenklasse kon dat. Al die kostbare luxe werd door ‘de eerste multinational ter wereld’, de VOC, naar Amsterdam gebracht, op dat moment de ‘haven van de wereld’.

Het blauw-witte porselein uit China mocht zich speciaal verheugen in grote populariteit. Het was veel dunner, gladder en lichter in gewicht dan het aardewerk dat in Holland werd geproduceerd. Al snel werd de productie van het aardewerk verfijnd in Delft en ontstond het beroemde ‘Delfts Blauw’, dat dus een Chinese oorsprong heeft. Vanaf ca. 1660 kwam daar het gekleurde Japanse porselein bij, meegebracht door VOC-ambtenaren die terugkeerden uit het Verre Oosten. Weer creëerde dit een sensatie en 20 jaar later was vooral het exclusieve (en dus dure) Kakiemon-porselein het hoogst gewaardeerd bij de Hollandse elite. De tentoonstelling laat vele prachtige voorbeelden zien van porseleinen kommen, schalen, koppen en kannen met als hoogtepunt een schenkkan met een gouden deksel uit ca. 1640, met het wapen van de trotse eigenaar.

Even fascinerend vonden de Hollanders Japans lakwerk, dat zeldzamer en dus kostbaarder was vanwege het complexe en tijdrovende vervaardigingsproces. Een kastje van lakwerk kostte in de 17de eeuw zo’n 180 gulden, waarbij een goedbetaalde VOC-ambtenaar ca. 54 gulden per maand verdiende. Azië in Amsterdam toont een groep lakwerk van de allerhoogste kwaliteit, waaronder twee zeer grote lakkisten. De één werd twee jaar geleden door het Rijksmuseum verworven en is zeer rijk gedecoreerd met ingelegd goud, zilver, parelmoer en zelfs kristal. De ander werd speciaal vervaardigd voor de vrouw van een gouverneur-generaal van de VOC en draagt haar naam. Alleen omdat de Hollanders zo’n vertrouwenspositie in Japan hadden konden zij aan dergelijke uitzonderlijk zeldzame objecten komen. Niet eerder was zoveel lakwerk van deze kwaliteit in Nederland te zien.

Diamanten, edelstenen, filigrain, parelmoer, zilver, zijde, sits (katoen) en waaiers, maar ook peper, thee en exotische dieren als papegaaien en apen werden door de schepen naar Amsterdam gevoerd. Uiteraard wilden de Hollandse burgers zich vereeuwigen met al die nieuwe luxe. Vanaf het begin van de 17de eeuw voegden daarom de Hollandse kunstenaars deze objecten toe aan hun schilderijen. Clara Peeters, Floris van Dyck, Pieter Claesz, Willem Claesz. Heda en Willem Kalf waren meesters in het afbeelden van de textuur van het glanzende porselein. De man die écht modieus wilde zijn, liet zich portretteren met een zijden ‘Japonse rok’, een lange, ruim zittende jas van zijde, zoals de Amsterdamse apotheker Johannes Hudde in 1686 door Michiel van Musscher. Wie daarnaast ook nog Chinese thee uit een Chinese theepot in Chinese kopjes kon schenken, geserveerd op een Japanse laktafel, had Azië écht naar Amsterdam gehaald.

Speciaal voor de tentoonstelling is top-chef André Chiang (André, Singapore en RAW, Taiwan) op 25, 26 en 27 september te gast in RIJKS®. Chiang maakte carrière in diverse sterrenrestaurants waaronder Le Jardin des Sens in Montpellier waar hij samenwerkte met RIJKS®chef Joris Bijdendijk. Hun tijdelijke hereniging zorgt voor drie onvergetelijke culinaire dagen. De beste gerechten die zij samen koken vindt u het hele najaar terug op de kaart.

De tentoonstelling Azië in Amsterdam is mede tot stand gekomen dankzij het Mondriaan Fonds en de Rijksclub.

Azië in Amsterdam, Exotische Luxe in de Gouden Eeuw is te zien vanaf 17 oktober tot en met 17 januari.

BRON: Persbericht Rijksmuseum

Lees ook:Rijksmuseum krijgt Koninklijke kabinetten in bruikleen
Lees ook:Verboden porselein bij Museum Prinsenhof Delft
Lees ook:Met Maarten van Rossem de geschiedenis in
Lees ook:Vooraankondiging: Selfies uit de Gouden Eeuw in het Mauritshuis
Lees ook:Groninger Museum pronkt met nieuwe aanwinst Cornelis Pronk

Geen reacties // Reageer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>