Tekening van Degas. Foto: National Police, France
Kunsthandelaar Guy Wildenstein werd vorige week door de Franse politie vastgehouden op beschuldiging van het verbergen van vermiste kunstwerken. De politie vond maar liefst 30 kunstwerken in een opslagruimte van het Wildenstein Instituut te Parijs, die in de afgelopen jaren als vermist of gestolen waren opgegeven. Het gaat bijvoorbeeld om werken van Eugène Delacroix, Rembrandt Bugatti, Edgar Degas en Berthe Morisot. Hoewel hem een gevangenisstraf van 7 jaar en een boete van €750,000 boven het hoofd hangt, claimt Wildenstein opmerkelijk genoeg nergens van te weten.
De opslagruimte waar de vermiste kunstwerken zijn gevonden. Foto: National Police, France
Ruim twintig van deze kunstwerken blijken aan Suzanne Reinach toe te behoren, deze had de kunstwerken van haar tante geërfd (In 1972 werd Daniel Wildenstein aangesteld als executeur van de nalatenschap van haar tante om de kunstwerken te verdelen). Wildenstein zou niet hebben geweten dat de kunstwerken in het instituut waren omdat hij de opslagruimte niet had geïnspecteerd. Wildenstein vertelde de Franse politie: “I didn’t inspect the vault,” en voegde hieraan toe, “We have never had an inventory of the vault.”Hij beweert dat een een familieconflict en personeelstekort hem verhinderden om een inventarisatie uit te voeren.
Dit is op zijn mist een bijzondere bewering omdat de meeste kunsthandelaren juist de inventarisatie zorgvuldig bijhouden, of zoals The New York Times schrijft: “most art galleries carefully monitor works for tax and insurance requirements, updating records regularly as art is sold or lent to institutions.” (Bron: The New York Times en The Observer)
Lees ook:Is het echt een vervalste Monet?
Lees ook:Eerste solo expositie Britse kunstenaar Bortusk Leer in Nederland
Lees ook:Naakte performance art op Wall Street
Lees ook:Dallas Museum begint op de soap Dallas te lijken
Lees ook:Fotografe Annie Leibovitz leent miljoenen