Curator’s Choice: Van Gogh Museum

Elke woensdag staat er met de Curator’s Choice een ander museum in de spotlight. Één van de conservatoren van het betreffende museum zal vertellen over het museum, zichzelf en een bijzonder werk uit de collectie van het museum. De Curator’s Choice van deze week is van conservator Marije Vellekoop van het Van Gogh Museum te Amsterdam./ Every Wednesday a different museum takes the spotlight with the Curator’s Choice. This week’s Curator’s Choice is from Marije Vellekoop from the Van Gogh Museum in Amsterdam. The English version of the text can be found directly below the Dutch version.

Van Gogh Museum exterieur. Foto: Jannes Linders

Het in 1973 geopende Van Gogh Museum huisvest de grootste collectie werken van Vincent van Gogh (1853-1890) ter wereld. De verzameling bevat ruim 200 schilderijen, 500 tekeningen en 700 brieven van de kunstenaar, alsmede diens verzameling eigentijdse kunst, Japanse prenten en tijdschriftillustraties.

De collectie was oorspronkelijk in bezit van Theo van Gogh (1857-1891), Vincents jongere broer. Na Theo’s dood kreeg zijn weduwe, Johanna van Gogh-Bonger (1862-1925), het beheer over de verzameling. Zij leende veel schilderijen en tekeningen van haar zwager uit aan tentoonstellingen en verkocht ook regelmatig werken, maar hield een ensemble bijeen dat representatief is voor Van Goghs oeuvre. Na haar overlijden nam haar zoon, Vincent Willem van Gogh (1890-1978) de zorg voor de collectie op zich. Op initiatief van de Nederlandse Staat droeg hij de collectie in 1962 over aan de Vincent van Gogh Stichting. Als permanent bruikleen vormt deze familiecollectie de kern van de verzameling van het Van Gogh Museum.

Vincent Willem van Gogh, Boom en struiken in de tuin van de inrichting, Saint-Rémy, mei 1889 / juni 1889, krijt, potlood, pen, 46 cm x 62 cm, Inventarisnummer: d 0334 V/1962. Van Gogh Museum Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)

Van Gogh begon zijn kunstenaarscarrière in 1880 als tekenaar en bracht in de tien jaar die volgde een indrukwekkend getekend oeuvre tot stand. Aanvankelijk waren het vooral studiebladen om perspectief en anatomie onder de knie te krijgen en uit te zoeken welke materialen hem het beste lagen, zoals inkt, krijt, houtskool en potlood. Later maakte hij prachtige, zelfstandige tekeningen. In Parijs in 1887 maakte hij voor het eerst uitgewerkte bladen in kleur, en in Zuid-Frankrijk, waar hij in 1888 naartoe verhuisde, zette hij zijn getekende experimenten in kleur voort. Een bijzonder voorbeeld van zo’n kleurrijk, uitgewerkt blad is Boom en struiken in de tuin van de inrichting uit mei-juni 1889. Hij maakte het werk in de tuin van de inrichting van Saint-Rémy-de-Provence waar hij zich begin mei had laten opnemen. Deze wat verwaarloosde tuin bood hem veel verschillende motieven die hij aanvankelijk vooral op doek, maar na twee weken, toen zijn schildermaterialen op waren, alleen nog op papier vastlegde. Zeven van die tekeningen, waaronder Boom en struiken in de tuin van de inrichting, zijn penseeltekeningen in kleur. In die bladen wist hij de weelderige sfeer van de tuin met snelle, ritmische en trefzekere penseelstreken vast te leggen. Kenmerkend voor deze groep is de focus op slechts één element in de tuin: een boom, een groep struiken, een trap of een stenen bank. Materiaaltechnisch onderzoek naar deze werken wees uit dat Van Gogh ze niet met waterverf had geschilderd, zoals altijd was aangenomen, maar met verdunde olieverf. Hij was in afwachting van een nieuwe zending schildermateriaal van zijn broer uit Parijs en maakte waarschijnlijk gebruik van de laatste restjes van de verf die hij uit Arles had meegenomen. Met deze indrukwekkende tekeningen, die in zekere zin uit nood waren geboren, gaf Van Gogh een nieuwe impuls aan zijn getekende experimenten in kleur.

Pierre Bonnard, France-Champagne, 1889, kleurenlithografie, 78 cm x 50 cm, Inventarisnummer: p 0995 V/2000. Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)

Behalve de werken van Van Gogh beheert het museum een omvangrijke collectie werk van andere 19de-eeuwse kunstenaars. Deze wordt door middel van aankopen en door bruiklenen van andere culturele instellingen nog altijd uitgebreid: tijdgenoten en vrienden van Van Gogh onder wie Paul Gauguin, Henri de Toulouse-Lautrec, Claude Monet, Edouard Manet, Georges Seurat maar ook oudere meesters die hij bewonderde, zoals Léon Lhermitte en Jean-François Millet, en kunstenaars die zich door Van Gogh lieten inspireren, zoals Kees van Dongen en Maurice de Vlaminck. Het museum is de laatste tien jaar ook erg actief in het verzamelen van prenten uit de periode 1890-1905 en voegde werken van onder anderen Pierre Bonnard, Edouard Vuillard, Toulouse-Lautrec en Gauguin aan de collectie toe.

Verantwoordelijk voor deze prenten, Van Goghs tekeningen en alle andere werken op papier in de collectie van het Van Gogh Museum is Marije Vellekoop (1969). Zij studeerde Kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht en specialiseerde zich in de Franse schilderkunst van de negentiende eeuw. Sinds 1995 is zij werkzaam in het Van Gogh Museum, eerst als assistent-conservator en sinds 2000 als conservator prenten en tekeningen. Zij is een van de auteurs van de vierdelige bestandscatalogus over Van Goghs tekeningen in de collectie van het Van Gogh Museum (1996-2007). Tevens stelde zij internationale exposities samen over Van Goghs getekende oeuvre en publiceerde zij hierover in tijdschriften en tentoonstellingscatalogi (Van Gogh Museum/Metropolitan Museum 2005 en Albertina 2008). Sinds 2008 is zij projectleider van het multidisciplinaire onderzoeksproject Van Goghs atelierpraktijk, dat in 2013 zal resulteren in een tentoonstelling en een tweetal publicaties.

 

 

Exterior of the Van Gogh Museum. Foto: Jannes Linders

The Van Gogh Museum, which opened in 1973, houses the largest collection of works by Vincent van Gogh (1853-1890) in the world. The collection contains over 200 paintings, 500 drawings and 700 letters from the artist, as well as his collection of contemporary art, Japanese prints and magazine illustrations.

The collection originally belonged to Theo van Gogh (1857-1891), Vincent’s younger brother. After Theo’s death his widow, Johanna van Gogh-Bonger (1862-1925), managed the collection. She loaned many paintings and drawings made by her brother-in-law to exhibitions and regularly sold works, but she kept an ensemble which is representative for Van Gogh’s oeuvre. After her death, her son Vincent Willem van Gogh (1890-1978) took care of the collection. Initiated by the Dutch government, he transferred the collection to the Vincent van Gogh Foundation in 1962. As a permanent loan, this family collection forms the core of the collection of the Van Gogh Museum.

Vincent Willem van Gogh, Tree and shrubs in the garden of the asylum, Saint-Rémy, May 1889 / June 1889, chalk, pencil,pen, 46 cm x 62 cm, Inventorynumber: d 0334 V/1962. Van Gogh Museum Amsterdam (Vincent van Gogh Foundation)

Van Gogh began his artistic career as a draftsman in 1880 and in the ten years that followed he created an impressive body of work. Initially his body of work consisted mainly of study sheets to practice perspective and anatomy and to find out what materials he liked best, such as ink, chalk, charcoal and pencils. Later on he made magnificent, independent drawings. In 1887 he made ​​his first detailed sheets in color in Paris, and he continued with his experiments in color in southern France, where he moved to in 1888. A special example of such a colorful, detailed sheet is Tree and shrubs in the garden of the asylum from May-June 1889. He made ​​the work in the garden of the asylum in Saint-Rémy-de-Provence where he had himself admitted early May. This somewhat neglected garden gave him many varying motives which he initially painted on canvas, but after two weeks, when he ran out of painting materials, only drew on paper. Seven of those drawings, including Tree and shrubs in the garden of the asylum, are brush drawings in color.

In these sheets he recorded the opulent atmosphere of the garden with quick, rhythmic and accurate brushstrokes. Typical of this group is the focus on only one element in the garden: a tree, a group of shrubs, a stone bench or a staircase. Technical research conducted on these sheets showed that Van Gogh didn’t paint them with watercolors, as had always been assumed, but with diluted oil paint. He was awaiting a new shipment of painting materials from his brother in Paris and probably used the last remnants of the paint he brought from Arles. With these impressive drawings that, in a way, were born out of necessity, Van Gogh gave a new impulse to his experiments in color drawings.

Pierre Bonnard, France-Champagne, 1889, chromolithography, 78 cm x 50 cm, Inventorynumber: p 0995 V/2000. Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Foundation)

Besides the works of Van Gogh, the museum also manages a large collection of works by other 19th-century artists. This collection is still growing through purchases and loans from other cultural institutions: contemporaries and friends of Van Gogh among them Paul Gauguin, Henri de Toulouse-Lautrec, Claude Monet, Edouard Manet, Georges Seurat but also older artists whom he admired, like Léon Lhermitte and Jean-François Millet, and artists who were inspired by Van Gogh, like Kees van Dongen and Maurice de Vlaminck. In the past ten years the museum has been very active in collecting prints from the period 1890-1905 and added works to the collection by, amongst others, Pierre Bonnard, Edouard Vuillard, Toulouse-Lautrec and Gauguin.

Marije Vellekoop (1969) is responsible for these prints, Van Gogh’s drawings and other works on paper in the collection of the Van Gogh Museum. She studied art history at Utrecht University and specialized in French painting of the nineteenth century. Since 1995 she works at the Van Gogh Museum, first as assistant-curator but since 2000 as curator of prints and drawings. She is one of the authors of the four-volume catalogue of Van Gogh’s drawings in the collection of the Van Gogh Museum (1996-2007). She also organized international exhibitions on Van Gogh’s oeuvre and published articles on this subject in magazines and exhibition catalogs (Van Gogh Museum / Metropolitan Museum 2005 and Albertina 2008). Since 2008 she is project leader of the multidisciplinary research project, Van Gogh’s studio practice, which will result in an exhibition and two publications in 2013.

Lees ook:Vincent van Gogh gaat bloggen
Lees ook:Touch Van Gogh krijgt uitbreiding
Lees ook:Kunst app van de week: Touch Van Gogh
Lees ook:Robert Zandvliet over zijn inspiratie door Van Gogh
Lees ook:Nienke Bakker nieuwe Conservator Schilderijen bij Van Gogh Museum

Geen reacties // Reageer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>