Elke woensdag staat er met de Curator’s Choice een ander museum in de spotlight. Één van de conservatoren van het betreffende museum zal vertellen over het museum, zichzelf en een bijzonder werk uit de collectie van het museum. De Curator’s Choice van deze week is van conservator Paul Knolle van Rijksmuseum Twenthe te Enschede/ Every Wednesday a different museum takes the spotlight with the Curator’s Choice. This week’s Curator’s Choice is from curator Paul Knolle from Rijksmuseum Twenthe in Enschede. The English version of the text can be found directly below the Dutch version.
Rijksmuseum Twenthe (Enschede, in 1930 geopend) toont een gevarieerd aanbod beeldende kunst van de middeleeuwen tot heden. Met klinkende namen als Pieter Brueghel, Jacob van Ruisdael, Pieter Saenredam, Johan Barthold Jongkind, Claude Monet, Piet Mondriaan en Nicolas Pope behoort het tot een van de meest gewaardeerde beeldende kunstmusea van Nederland. Tot en met 28 augustus 2011 is de tentoonstelling Nieuw in Enschede. Particuliere verzamelaars en Rijksmuseum Twenthe te zien. Vanaf 9 september 2011 t/m 28 januari 2012 wordt een tentoonstelling van het werk van Herman de Vries georganiseerd, onder de naam to be / herman de vries / verzamelingen. Tot slot verblijft de spectaculaire multimediale installatie De Vuurvogel van kunstenaar Othilia Verdurmen van 1 oktober 2011 t/m 1 maart 2012 in het museum. Dit is een echte familietentoonstelling waarbij alle zintuigen worden geprikkeld.
Paul Knolle is, na werkzaam te zijn geweest bij de vakgroep kunstgeschiedenis van de Rijksuniversiteit in Utrecht, sinds 1997 hoofd collecties en conservator oude kunst in Rijksmuseum Twenthe. Tot zijn taken behoren het coördineren van behoud en beheer van de collectie, het presenteren van de collectie oude kunst en het voorbereiden van tentoonstellingen op dit gebied. Hij is gespecialiseerd in kunst van de 18de eeuw, een gebied waaraan Rijksmuseum Twenthe in de vaste opstelling en in tentoonstellingen bijzondere aandacht schenkt.
Voor een kunsthistoricus die is gespecialiseerd in kunst en cultuur van de 18de eeuw is Rijksmuseum Twenthe een geweldige locatie om te werken. In de eigen verzameling zijn talrijke bijbelse en mythologische voorstellingen, landschappen, genrestukken en portretten van bekende kunstenaars uit deze periode aanwezig, zoals Cornelis Troost, Jacob de Wit, Willem van Mieris, Nicolaas Verkolje, Abraham en Jacob van Strij, Adriaan de Lelie en Gerard van Nijmegen. Mede dankzij het bruikleen van de belangrijkste Nederlandse 18de-eeuwse schilderijen uit het Rijksmuseum voor de duur van de verbouwing kan Rijksmuseum Twenthe al geruime tijd een uitgelezen collectie 18de-eeuwse kunst laten zien en het publiek een ware ontdekkingsreis bieden. De exploratie van 18de-eeuwse kunst en cultuur kreeg verder gestalte in tentoonstellingen. In 2007-2008 organiseerde het museum het omvangrijke en instructieve Jaar van de 18de eeuw, met ruim 100 schilderijen uit de eigen collectie en bruiklenen van het Rijksmuseum, het Frans Hals Museum en het Dordrechts Museum. Recent was de tentoonstelling Nicolaas Verkolje (1673-1746). De fluwelen hand te zien, met een representatieve selectie van circa 60 schilderijen, tekeningen en prenten uit binnen- en buitenlandse verzamelingen.
Weinig collega’s zullen het selecteren van een favoriet kunstwerk in de ‘eigen’ collectie gemakkelijk vinden. Toch kies ik met overtuiging de twee portretten (1781, olieverf op doek, beide 73 x 59 cm) van het Franse echtpaar Marie Romain Hamelin (1734-1798) en Marie Jeanne Puissant (1745-1828). Hamelin was commis aux finances du Roy, een hoge functie binnen het belastingwezen, zijn vrouw kwam uit een rijke familie in Rouen. De portretten werden geschilderd door Roslin.
De ‘Zweedse Fransman’ Alexander Roslin (Malmö 1718-1793 Parijs) genoot als portrettist in zijn tijd groot aanzien. Na zijn leertijd in Stockholm begon Roslin in 1745 aan een internationale loopbaan aan internationale hoven. In 1752 werd hij geïntroduceerd bij het Franse hof en vestigde hij zich in Parijs. Belangrijk voor hem was de steun van Madame de Pompadour en de vriendschap met bekende schilders als François Boucher en Joseph-Marie Vien. Al na een jaar werd Roslin lid van de Académie en nam hij deel aan de Salons. Het duurde niet lang of hij mocht zich, populair als hij werd onder de Franse adel, een van de best betaalde portrettisten in Parijs noemen. In 1759 trouwde Roslin met de kunstenares Marie-Suzanne Giroust. In 1774 keerde hij, twee jaar nadat zijn vrouw was overleden, terug naar Stockholm om in dienst te treden van de nieuwe Zweedse koning Gustav III. Al een jaar later werkte hij in Sint Petersburg voor Catharina de Grote, van wie hij een portret ten voeten uit schilderde. Maar Parijs bleef hem trekken. In 1778 keerde hij in de Franse hoofdstad terug om er tot zijn dood te blijven. In deze periode schilderde hij de Hamelins.
Roslins kwaliteiten als portrettist werden onderstreept tijdens de grote overzichtstentoonstelling die in 2007-2008 in het Nationalmuseum in Stockholm werd gehouden en die in het Château de Versailles een vervolg kreeg als Alexandre Roslin (1718-1793): un portraitiste pour l’Europe. Rijksmuseum Twenthe kocht de portretten in 2008 bij kunsthandel Åmells (Stockholm en Londen). De verwerving van deze schilderijen, die met hun verfijnde stijl, subtiele en levendige karakterisering van de personen en bijzonder fraaie weergave van de glanzende modieuze kleding kenmerkend zijn voor Roslins latere werk, past uitstekend in het voornemen van het Rijksmuseum Twenthe om via enkele gerichte aankopen van kwalitatief hoogwaardige kunstwerken van buitenlandse kunstenaars een breder beeld te geven van kunst uit de periode 1680-1820 in het algemeen en van de 18de-eeuwse Nederlandse kunst in de eigen collectie in het bijzonder. De twee Roslin-portretten vertegenwoordigen een on-Nederlands type portret dat in geen enkel ander Nederlands museum aanwezig is. Gezien hun kwaliteit en aantrekkelijkheid vormen de Roslinportretten een prachtige aanvulling op de reeks portretten door de tijd heen in het museum, zoals die van Joos van Cleve, Jan Claesz, Johannes Verspronck en Cornelius Jonson van Ceulen, het aan Jan de Bray toegeschreven mansportret en het portret van een welgestelde dame van Tibout Regters.
Wat een genoegen is het om dagelijks deze twee prachtige portretten te zien van een kunstenaar die al jaren geleden tijdens diverse bezoeken aan Stockholm een van mijn favoriete kunstenaars was geworden!
The Rijksmuseum Twenthe (Enschede, opened in 1930) has a varied collection of visual art and applied art from the Middle Ages up to the present day. With well known artists such as Pieter Brueghel, Jacob van Ruisdael, Pieter Saenredam, Johan Barthold Jongkind, Claude Monet, Piet Mondrian and Nicolas Pope it is one of the most appreciated fine art museums in the Netherlands. You can visit the exhibition “New in Enschede” until August 28 2011. From the 9th of September 2011 till January the 28th 2012 an exhibition with the work of Herman de Vries is organised under the name “To be/ Herman de Vries/ Collections”. Finally the spectacular multimedial installation The Phoenix by artist Othilia Verdurmen can be seen in the museum from the 1st of October till the 1st of March 2012. This is a real family exhibition in which all senses are stimulated.
Paul Knolle is the head of collections and curator of fine arts at the Rijksmuseum Twenthe since 1997, after having worked at the department of art history at the University of Utrecht. His responsibilities include the coordination of conservation and management of the collection, presenting the collection of old masters and preparing exhibits in this area of expertise. He specialises in art from the 18th century, an area to which the Rijksmuseum Twenthe dedicates special attention in the permanent- and temporary exhibitions.
For an art historian who specialises in the art and culture from the 18th century, Rijksmuseum Twenthe is a great place to work. We have numerous biblical and mythological scenes, landscapes, genre scenes and portraits of famous artists from this period in our own collection, such as Cornelis Troost, Jacob de Wit, Willem van Mieris, Nicholas Verkolje, Abraham and Jacob van Strij, Adriaan de Lelie and Gerard van Nijmegen. Thanks to the loan of some of the most important 18th-century Dutch paintings from the Rijksmuseum in Amsterdam, whilst this museum is renovated, the Rijksmuseum Twenthe is able to show a fine collection of 18th-century art to the public for a long period of time. The exploration of the 18th-century art and culture also took shape in further exhibitions such as the most recent exhibition about Nicholas Verkolje (1673-1746).
Few colleagues would think that selecting a favorite work of art from their ‘own’ collection is easy. Yet I choose two portraits (1781, oil on canvas, each 73 x 59 cm) of the French married couple Marie Romain Hamelin (1734-1798) and Marie Jeanne Puissant (1745-1828) with conviction. Hamelin was commis aux finances du Roy, which is a high position within the department of taxes, and his wife came from a wealthy family in Rouen. The portraits were painted by Roslin.
The ‘Swedish Frenchman’Alexander Roslin (1718-1793 Malmö- Paris) enjoyed great respect as a portraitist in his day. After his apprenticeship in Stockholm, Roslin began an international career at international courts in 1745. In 1752 he was introduced to the French court and settled in Paris. The support of Madame de Pompadour was important to him and his friendship with painters such as François Boucher and Joseph-Marie Vien. Only after one year Roslin already became a member of the Academy and took part in the Salons. It was not long before he could call himself one of the best paid portraitists in Paris, popular as he was among the French nobility. In 1759 Roslin married the artist Marie-Suzanne Giroust. In 1774 he returned to Stockholm, two years after his wife was deceased, to be of service to the new Swedish king Gustav III. Only a year later, he worked in St. Petersburg for Catherine the Great, of whom he painted a full- length portrait. But Paris continued to attract him and in 1778 he returned to the French capital to remain there until his death. During this period he painted the Hamelins.
Roslins qualities as a portraitist were emphasized during the large retrospective exhibition which was organized in 2007-2008 in the National Museum of Stockholm. At the Château de Versailles it was continued under the title “Alexandre Roslin (1718-1793): un portraitiste pour l’Europe”. Rijksmuseum Twenthe bought the portraits in 2008 at the art dealer Åmells (Stockholm and London). The acquisition of these paintings, with their sophisticated style, subtle and lively characterization of the persons and the beautiful display of the shiny fashionable clothes are typical of Roslins later work, fits in perfectly with the intention of the Rijksmuseum Twenthe to display art from the 1680- 1820 period in general and of the 18th century Dutch art in its collection in particular, by targeted purchasing of some high quality works by foreign artists. The two portraits by Roslin represent a non-Dutch type of portrait that cannot be found in any other Dutch museum. Given their quality and attractiveness, the Roslin portraits are a wonderful addition to the series of portraits from different periods of time presented in the museum, such as those of Joos van Cleve, Jan Claesz, John Verspronck and Cornelius Jonson van Ceulen. Also the man’s portrait which is attributed to Jan de Bray and the portrait of a wealthy lady by Tibout Regters.
It is such a pleasure to see these two beautiful portraits on a daily base, which are painted by an artist who became one of my favourite artists during several trips to Stockholm years ago!
Lees ook:Rijksmuseum Twenthe onthult nieuwe aanwinst
Lees ook:Rijksmuseum Twenthe schenkt gratis restauratie
Lees ook:Rijksmuseum Twenthe toont werken Thomas Gainsborough
Lees ook:Topstuk beeldhouwer Adriaen de Vries vanaf nu in Rijksmuseum
Lees ook:Het verhaal van galerie Collection d’art